Het meisje met dat schattige rokje, dat met haar vioolkoffertje zoekend opweg was naar Daniël, was zijn zusje. Ze was 15 jaar, en haar goudbruine lokken vielen langs haar gezicht alsof ze was geboren met zo'n bos haar, alsof ze gezegend was met die mooie lokken. Met haar paarsige, bruine ogen waarmee ze enkel dichtbij kon zien zocht ze naar haar broer die haar direct veiligheid zou bieden. Maar ze kon hem niet vinden. Langzaam raakte ze in paniek, Wat als ze hem niet kon vinden? Dan was ze verdwaald!
Daniël zag in zijn ooghoeken een herkenbaar figuur. Zijn zusje. Ze keek gespannen om zich heen, en was.. Verdwaald. 7 meter van Daniël vandaan. Niet te geloven, Hoe aandoenlijk zijn eigen zusje kon zijn. Met een brede grijns stapte Daniël op, met de grotere vioolkoffer dan zijn zusje onder zijn arm, en wandelde rustig naar Dahlia toe, zoals zijn zusje heette. "Lief. Ben je weer verdwaald, Ik sta niet 7 meter voor je en je bent me al kwijt." Dahlia sloeg koppig haar armen over elkaar waardoor haar koffer op de grond viel. "Nou en, Ik kan tenminste nog wát zien. Wees blij dat ik niet blind ben." Mopperde ze, kreeg een zachte okkernoot van haar broer en liet zich uiteindelijk weer meeslepen door het gevoel wat ze voor haar broer hat. Ze kon niet boos op hem zijn, want Daniël zorgde zo goed voor haar. Heh.. Ze glimlachtte.
Na achten was het klaar met de pret, Daniël en Dahlia zouden beeldschone muziek gaan spelen waarbij mensen tranen in hun ogen van zouden krijgen. Ze zouden geld verdienen, waarmee ze de dag door konden brengen. 3 gulden. 3 Gulden per dag, de rest wat ze kregen spaarde ze voor een nieuw huis met aparte bedden, een goede doucheruimte, en een keuken waar ze zelf hun eten konden maken in plaats van naar Harlott's te gaan en daar een brood te kopen. Zucht.. Het leven was een en al geld. En als straatmuzikant was dat niet makkelijk.
Het enige probleem was, met de muziek:
Daniël en de tedere Dahlia, hadden geen vergunning. Ze móchten niet op straat spelen, maar toch liet iedereen het toe. Omdat ze zo mooi speelden, en Daniël iedereen kende, en Iedereen hem kende. En zijn zusje niet te min.